El Salvador, Honduras en Nicaragua mei 2015
Blijf op de hoogte en volg klaas
08 November 2015 | België, Filly
Zoals ondertussen gebruikelijk staan we op als het licht wordt, rond 6 uur. Nog niemand te zien maar gelukkig kunnen we de poort openkrijgen. Het geld leggen we maar op een tafeltje. Op naar El Salvador.Weer met de roeiboot naar de overkant, cornflakes ontbijten op de paar m2 achter de auto op het dek, en op het vaste land de laatste quetzals opmaken. Bij de grens is de eerste uitdaging om überhaupt de auto bij de grenspost te krijgen. Vrachtwagens staan kriskras door elkaar en met millimeterwerk probeert Klaas (de echt moeilijke dingen doet Klaas natuurlijk :-)) bij de grens te komen. Uiteindelijk loodsen een paar jongetjes ons via een soort weilandje om de vrachtwagens heen waardoor we wel aan de verkeerde kant van de douane uitkomen. Dus bij de binnenkomers ipv de landverlaters. Geeft enig misverstand, maar goed, een kniesoor die daar op let. Alles bij elkaar duurt het ruim 2 uur. Iedereen weer erg aardig. We feliciteren elkaar wanneer we El Salvador binnen rijden. (Helft van NL qua grootte, ca 6 milj inwoners, bruto nationaal product ca 25 miljard, dus NL ca 35x hoger en gemidd inkomen ca 3750 USD, NL 50000) Totdat we na ongeveer een half uur bij een politiecontrolepost aangehouden worden. Of we terug naar de grens willen gaan want er ligt nog een formulier voor ons. Wij namen kopie mee en gaven origineel af (origineel hebben we nodig als we El Salvador weer verlaten) Ze zijn gebeld door de douane met de vraag ons terug te sturen. Hoezo primitief land?? Wanneer we de grens naderen worden we al herkend, en krijgen met voorrang het goede formulier. Service!El Salvador oogt armer dan Guatemala. En dat is het ook. 2.5% leeft onder de armoedegrens van 1,25 dollar per dag.
El Impossible.
We besluiten naar het nationale park El Impossible te rijden, daar zou een camping zijn. De weg erheen wordt mijn volgende les in het nemen van steile haarspeldbochten op een slechte zandweg. Klaas is een goede doch strenge leermeester. Prachtige weg. Helemaal over een steile bergkam met aan weerszijden dus een prachtig uitzicht. Veel kleine boertjes hier die hun land over smalle en steile paden bereiken. We komen bij een verlaten camping aan, te afgelegen. We kunnen gelukkig kamperen bij een hostel. Rustieke plek, koel, aardige mensen, voelt veilig. Bij een avondwandelingetje door het dorp zegt iedereen vriendelijk goeiedag. De mensen hier hebben geen mayatrekken meer, ook niet meer zo heel klein, ze ogen meer Europees. De huisjes zijn pover maar het erf is hier veelal keurig aangeharkt. We voelen ons thuis en genieten van de koelte.
Slapen dus goed, en na een prachtige wandeling over steile paadjes die waarschijnlijk naar de velden van de kleine koffieboertjes leiden en waarbij we iedereen die we tegenkomen weer vriendelijk groeten rijden we stijl naar beneden, de hitte in. Onderweg in de dorpjes weer veel handel, altijd langs de hoofdweg, daar gebeurt het. Veel stalletjes met vers fruit en een mixer. Eenheidsprijs van 50 dollarcent. In dit land is de Amerikaanse dollar het enige betaalmiddel.
In een grotere stad doen we even wat inkopen in een mall en daar kosten schoenen plots meer dan USD 100. Wat een wereld van verschil met de kleine dorpjes. Op het programma staat een korte rit via de 'ruta de las floras' naar een natuurpark, waar een camping zou zijn. We picknicken onderweg, maar vertrekken toch maar snel wanneer er een auto achter en voor ons stopt. De jongens van een van beide auto's zijn teveel op ons gefocust. Iedereen is wel heel erg aardig, maar een beetje oppassen kan geen kwaad. Tot nog niet zo heel lang geleden was het land onveilig vanwege de gangs. Dat is sterk verbeterd. Maar een sporadische toerist met ook nog een eigen auto is wel heel verleidelijk. Regelmatig horen we gringo, gringo roepen. De Amerikanen hebben in de jaren 80 de rechtse partijen geholpen. Er is hier een stevige guerrilla gevoerd. Ik herinner me kardinaal Romero nog uit die tijd. Op nu.nllezen we dat ie op dit moment heilig verklaard wordt met heel veel mensen op de been in El Salvador. We hebben er niets van gemerkt.
Maar goed. We zijn nog steeds een camping aan het zoeken. De camping in het park kunnen we na anderhalf uur zoeken niet vinden. Gelukkig zijn we op tijd. We gokken op een grote stad, Santa Ana. Beetje shabby. Arm. Of rijden we per ongeluk in de mindere wijken? He gringo, he gringo. Na lang zoeken vinden we het adres dat de rough guide aangeeft maar de camping bestaat niet. Dwz het hotel wel, maar er is geen kampeermogelijkheid. Foutje van rough guide. De stad voelt niet echt goed. Het wordt later. Dan gokken op een hotel langs de weg. Niet voor handen. Dan toch maar doorrijden naar een toeristenplaatsje. Daar moeten hotels zijn. Voor het donker zullen we het niet meer halen. We rijden door een mooi heuvelachtig tropisch gebied. Veel armoedige hutjes naast de weg en honden en varkens op de weg
Suchitoto .
En net wanneer het echt donker is rijden we Suchitoto in. Voelt meteen prima. Mooie straatjes, pleintjes, lijkt wat op Antigua. We mogen voor een restaurant de auto neerzetten. Als dank gaan we in het restaurant eten en een Mexicaans meisje, Violetta, van begin 30 vraagt of ze bij ons mag komen zitten omdat ze Engels spreekt en ons interessant vindt. Ze vertelt heel veel. Slimme meid, uit arm boeren chiapas gezin, en met beurs nu naar USA om te studeren. Maar wat me het meeste bij blijft is dat ze zichzelf als Mexicaanse niet als onderdeel ziet van het arme midden Amerika. In die zin voelt ze zich meer verwant met Europa. Maar dat wil niet zeggen dat ze in Europa zou willen wonen. Ze heeft er veel gereisd maar mensen zijn niet tevreden. Er wordt veel geklaagd. Hier ben je blij wanneer je een paar schoenen bij elkaar gespaard hebt en daar geniet je van. In Europa heb je 10 paar en een extra paar schoenen maakt je nauwelijks nog blij.
Al vroeg in de morgen is een toiletbezoek gewenst maar 'ons' restaurant is nog niet open. Dan de stad maar in, op zoek naar een openbaar toilet. Op de overdekte markt is er een. Wel rol wc-papier bij me maar geen geld. Eerst laat de dame me niet toe, maar als ik 2x plechtig beloof terug te zullen komen om te betalen mag ik toch. Halverwege het werk hoor ik iets knisperen; de dame reikt me onder de deur door een stuk wc-papier aan. Ik accepteer het maar, in het Spaans uitleggen dat ik mijn eigen rol bij me heb kost meer tijd.
Na het ontbijt maken we een wandeling door het stadje, voor mij het leukste stadje van deze reis, tot nu toe. Erg schoon ( daar houdt Klaas erg van) , aardige mensen, veel leuke winkeltjes, plein, park, amper toeristen (nu, want het is wel een toeristisch stadje) De toiletdame is te trots om 2 quarters aan te nemen, 1 is de prijs. Fooien geven is in El Salvador niet zo gebruikelijk, ook niet in restaurants.
Opmerkelijk is het aantal vulkanen. En ook het aantal bewapende agenten en veiligheidsmensen. In elke bank en in menige grotere winkel word je binnengelaten door een zwaar bewapende kerel. Coca-cola lijkt op elke vrachtauto een bewapende man mee te sturen. Is dit allemaal nog echt nodig of is het werkverschaffing? Bij Cocacola zou je dat laatste niet meteen verwachten.
San Miguel.
Met een beetje tegenzin verlaten we het stadje en onze leuke plek om richting grens Honduras te rijden. Zodat we morgen voldoende tijd hebben om 2 grenzen over te steken: naar Honduras en naar Nicaragua . Weer denken we voldoende tijd te hebben om een leuke plek te zoeken, en weer moeten we haasten om voor donker iets te vinden. In San Miguel, de derde grote stad van El Salvador, manoeuvreren we ons door de drukke, rechthoekige calles en avenidas. Uiteindelijk vinden we een hotel met zwembad en parkeerplaats midden in het centrum. Weer een oase van rust en reinheid in een drukke stoffige straat. Het is alweer bijna donker en nog steeds tegen de 40 graden dus een kamer met airco is verleidelijk. We betalen nog 7 dollar bij (de 25 die we al betaalden) en wisselen van kamer. Airco dus. Na een duik in het zwembad lopen we het hotel uit om iets te gaan eten. Na 20 meter buiten besluiten we dat de sfeer niet goed voelt. Het is donker, leeg, met verspreid wat groepjes mannen Toch maar naar binnen en dan maar in het hotel wat eten.
Honduras en Nicaragua .
Al voor zevenen de weg op, om voldoende tijd te hebben om 2 grenzen over te gaan vandaag. Om 9 uur is het al 35 graden. Nog ruim een uur in El Salvador. Met weemoed nemen we afscheid van een onverwacht mooi land met hele aardige mensen. En nauwelijks toeristen. Dat dit land tot een van de gewelddadigste landen van de wereld hoort hebben we niet zo ervaren. Geluk? Wanneer we de grensovergang naderen worden we omringd door een zwerm mannetjes die, tegen betaling, hun diensten aanbieden om ons de grens over te begeleiden. Klaas heeft een hele dikke map, met alle mogelijke autopapieren incl copien. Om El S uit te komen duurt een tijdje en om Honduras in te gaan duurt nog langer. Voor het gemak kiest Klaas een mannetje, René, uit die ons voor 10 dollar zal begeleiden. Is niet echt nodig (vindt Annemarie) maar wel handig. De Hondurese ambtenaar neemt z'n taak serieus om alle autodocumenten te bestuderen. Hij is zo opmerkzaam om te ontdekken dat de auto op naam van het bedrijf van Klaas staat. (Niet ivm fiscale truc, maar dat leggen we een evt geïnteresseerde graag nog een keer uit) En dus moet er aangetoond worden dat dat bedrijf goed vindt dat Klaas deze auto gebruikt. Uit zijn map tovert Klaas een volmacht incl uittreksels van de Kamer van Koophandel. In het Nederlands. 5 kantjes. Ook die worden uitgebreid bestudeerd en gekopieerd. Alles bij elkaar 2 uur verder, nadat de auto gedesinfecteerd is en Rene 2 keer zoveel geld wil (omdat hij dan nog zou regelen dat de douane de inhoud van de auto niet zou controleren, daar trappen we niet in) rijden we Honduras in. Dit is dus dat gevaarlijke land waar we zo voor gewaarschuwd zijn. Daarom hebben we besloten om de kortste route te nemen en er in een dag doorheen te rijden. Wat vooral opvalt is de vuilnis aan de kant van de weg en sowieso lijkt alles wat minder verzorgd. Bij een 'net' eettentje stoppen we. Het is bijna 40 graden en we smakken naar een cola. Helaas nemen ze geen Amerikaanse dollars aan. Een man, Alex, die perfect Engels spreekt vraagt of ie kan helpen. We leggen hem het probleem uit en hij staat erop voor ons te betalen. Liefst met eten erbij. Hij vertelt dat ie in de VS heeft gewerkt, altijd heel goed behandeld is, en daarom nu graag ons wil helpen. Van z'n in de VS verdiende geld heeft ie in Honduras een huis kunnen bouwen, toen een vrouw getrouwd en kinderen gekregen, zijn droom. Hij is een soort wethouder in een stadje met 11000 inwoners. Hele aardige man, leuke kennismaking met Honduras. Er stoppen wat vrachtwagens en uit elke wagen komt behalve de chauffeur ook een bewapende begeleider. Is volgens Alex nodig, hoewel wij in een rustig deel van het land zijn. We vragen ons af waarom we eigenlijk zo snel door dit land rijden. Het voelt goed. Na ruim 2 uur staan we plotseling, hoog in de bergen, voor de Nicaraguaanse grens. Weer mannetjes die willen helpen, maar we doen het nu maar zelf. Van de gekst denkbare documenten moet men minstens 3 kopieën hebben , veel stempels, van stalletje naar stalletje lopen, maar om ruim vier uur in de middag rijden we Nicaragua binnen! Een vreemd idee, dat we nu hier zijn. Wat meteen opvalt is hoe verzorgd alles is, het vuil langs de weg is stukken minder, en alles oogt veel gezelliger. En luxer. We kijken onze ogen uit wanneer we zelfs een fietspad zien. De weg is perfect geasfalteerd. Dit hadden we niet verwacht, Nicaragua staat te boek als een van de armste landen van midden Amerika. Onze eerste indruk (luxer) wordt bevestigd wanneer we de eerste stad binnenrijden, schoon, zelfs een echte shoppingmall. En weer de zoektocht naar een plek om te slapen voor het donker. In de stad vinden we niets, gokken op daarbuiten. Dan op de weg een oploopje. Net voor ons blijkt een vrachtwagen, en dat zijn in deze landen gigalange en zware trucks, in het ravijn gestort te zijn. Bomberos (brandweer)(geschonken door Rusland) probeert de chauffeur te bereiken. Vreselijk. Extra voorzichtig rijden we verder. Het wordt donker en nog geen plek. We richten ons vooral op hotels/restaurants achter een poort met bewaking. En jawel, in een pikdonker soort bananenbos zien we een groot restaurant met poort. Het wordt een vast stramien: we vragen of we op de parkeerplaats mogen staan en als dank zullen we in het restaurant eten. Het kost wat telefoontjes naar de hoogste in hiërarchie, en na een lang Spaans verhaal waar we weinig van begrijpen, snappen we wel de conclusie: ja het mag. En er is in de nacht bewaking. Voor ons een voorwaarde. We installeren ons, eten heerlijk, als enigen, in het restaurant, en Klaas begint aan zijn dagelijkse uitdaging: het vinden van een aansluitpunt om een douche te construeren. We willen ons eigen water niet gebruiken als het niet echt nodig is. Naarmate het later wordt beginnen we te snappen wat men ons waarschijnlijk uit heeft proberen te leggen: we zijn in een karaoketent beland, het is vrijdagavond, het wordt steeds drukker en wat is leuker voor de bezoekers dan keihard met de muziek mee te zingen. In een gezellige dreun vallen we in slaap in de prettige wetenschap dat er over ons gewaakt wordt en de poort dichtgaat.
Selva Negra (Zwarte Woud) is ons volgend doel, een recreatieoord met hotel, koffieplantage, etc vlakbij Matagalpa. Gelegen in een tropisch woud. En hoog in de bergen, dus lekker koel. De eigenaar is een Duitser en je kunt er zuurkool met worst krijgen. Het is er idd koel. En heel groen. Zo koel en groen dat we ons in de Ardennen wanen. Maar niet echt een leuke kampeerplek. En die zuurkool kan ons ook niet over de streep trekken. En klaas mist uitzicht. We mogen er trouwens niet eens kamperen. Na de 'route romantica' gelopen te hebben rijden we door. En vinden, weer net voor zonsondergang, een restaurant op een prachtige plek. Weer met poort en een bewaker met geweer. We beloven er te zullen eten en jawel, weer een prachtige plek gevonden. Midden in het woud, met in de diepte een rivier met waterval. Wel wat verlaten, Klaas loert snachts een paar keer door de raampjes omdat er een auto stopt en daarna licht op onze auto schijnt. Maar alles gaat goed. De wacht wordt smorgens afgewisseld. Het was me al een paar keer opgevallen in Nicaragua dat er mannen zijn die behoorlijk loeren. Deze nieuwe dagwacht ook en Klaas blijft dan ook in de buurt. De beste bewaker die je kunt hebben!
Over een secundaire weg rijden we de 200 km richting Granada. En dan zien we een ander Nicaragua. Weer vuilnis langs de weg en bittere armoe. Veel lemen en plasticzeil hutten. En borden van landen die hulp bieden. Ook onvriendelijke blikken. Gringo, gringo. Dat Nijmegen een stedenband met Masaya heeft weten ze hier natuurlijk niet :-). Picknicken langs de weg doen we snel, heel midden Amerika nodigt trouwens niet echt uit om eens lekker met stoeltjes en tafeltje op een idyllisch verlaten plekje te gaan zitten met een glaasje wijn, zoals in de USA. Aan het water bij Laguna de Apoyo (kratermeer dicht bij Granada) vinden we een prachtige plek bij een hostel. Een backpackersparadijs met hangmatten, zitjes, terrasjes, kajaks en strand. De gemiddelde leeftijd is 25. Een stel Israëliërs bedankt ons omdat we hun met onze auto inspireren een droom te volgen. Tja. We vragen ons later af welke droom wanneer we een van hen savonds 5 mtr van onze auto in een klein zwembadje liefdevol bezig horen met een meisje.
Het is zo relaxed dat we een rustdag inbouwen. En zomaar de hele ochtend lekker rondhangen. Vakantie! Maar ook weer heel veel zin om de volgende dag kilometers te maken verder Nicaragua in. Uitgerust, schoon, de was gedaan, blog bijgewerkt (dwz het verhaal klaar maar de website weigert dus kunnen we ons verhaal niet kwijt) gaan we weer op pad. In Granada een lange stop. Voldoende te zien om een paar dagen blijven, wij doen het met 3 uur.Een oud koloniale stad met mooie kerken en gebouwen, parken, goed onderhouden en veel backpackers. We huren een fiets en peddelen wat rond. Heet. Maar heerlijk om ff te fietsen. Net buiten het rijke en welvarend ogende centrum is het snel arm en vies. We kopen daar de tickets voor de bus van San José Costa Rica naar Panama omdat we daar immers weer op het vliegtuig naar huis stappen. We koersen op een slaapplaats af. Aan de Pacific in San Juan del Sur moet het volgens het boekje mogelijk zijn te kamperen. Zoals gebruikelijk duurt het enkele uren voor we een geschikte plek vinden, maar we worden onbedoeld geholpen door een 'blank' meisje dat langs de weg staat te liften met haar voet in het verband. Ze is Spaans, heeft haar voet behoorlijk verwond en we brengen haar naar het strandje waar ze kampeert. Ze praat wat Nederlands, heeft vorig jaar in een kraakpand in Elst bij Nijmegen gewoond en aan het Radboud gestudeerd. We komen in een soort hippiekolonie terecht maar besluiten er te blijven. Het is even wennen maar Klaas rijdt de auto ongeveer de oceaan in waardoor we vooral een magnifiek uitzicht hebben op het water, hoge golven, rotsen en een prachtige zonsondergang. En iedereen loopt vol peace rond, bewondert onze auto, en wanneer we 's-morgens bij zonsopkomst wakker worden staan er voor onze auto op het strand wat mensen op hun kop te yogaen. Ben jaloers op hun lenigheid!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley