Zuidelijk Africa, voorjaar 2018 - Reisverslag uit Thabazimbi, Zuid-Afrika van klaas panhuis - WaarBenJij.nu Zuidelijk Africa, voorjaar 2018 - Reisverslag uit Thabazimbi, Zuid-Afrika van klaas panhuis - WaarBenJij.nu

Zuidelijk Africa, voorjaar 2018

Door: Annemarie en Klaas

Blijf op de hoogte en volg klaas

22 Februari 2018 | Zuid-Afrika, Thabazimbi

Voorjaar 2018, een reis door zuidelijk Afrika.

Kaapstad.
Eind januari vliegen we naar Kaapstad. Alarmerende berichten over het watertekort daar. Als toerist merken we er weinig van, zo te zien de bewoners ook nog niet. Op veel plekken hangen spandoeken dat het water half april echt op is. We horen oa dat er niet op tijd geïnvesteerd is in bijv apparatuur die zout water zoet kan maken. Kaapstad oogt als een moderne westerse stad. Sterker, dat is het (deels) . Neem Waterfront; oude havengebouwen zijn opgepimpt tot hippe appartementen en restaurants. Op de terrassen zitten overwegend blanken, de bediening is bijna altijd zwart. Omdat we op het einde van onze twee maanden nog in Kaapstad terugkomen samen met Jo en Sander, houden we het nu bij een bezoek van twee dagen.

Naar de familie en daarna op pad
Met een betrouwbare busmaatschappij en in een optimaal beveiligde bus rijden we in een aantal uren naar Riviersonderend waar Klara en Gerhard wonen, familie van Klaas. Daar staat ook onze auto. Wanneer we in het donker aankomen kunnen we niet bij de bagage, de chauffeur is even zoek. Toch wel, het blijkt dat iedereen erbij kan, de bagageruimte is niet op slot en nergens is even personeel te bekennen. Blijkt even verder een hapje te zijn gaan eten. Vreemd, na de uitgebreide security maatregelen bij vertrek.
We worden op Tevrede hartelijk ontvangen. Erg leuk om twee dagen het leven op een Afrikaanse farm mee te mogen maken. Heel gastvrij en hoewel Klara in Zuid Afrika geboren is voelt ze zich nog erg verbonden met Nederland, waar haar oma en opa oorspronkelijk vandaan komen. Overal souveniertjes etc. We worden rondgereden over hun uitgestrekte land waar vooral schapen grazen. Ik vraag hoeveel het er zijn maar dat is hetzelfde als vragen wat iemands salaris is. Geen goede vraag. Familie speelt in Zd Afrika een hele belangrijke rol. We leren het dankgebed dat met elkaars handen vast voor het eten gezongen wordt. Ook wordt tijdens ons bezoek hun tweede kleinkind in Johannesburg geboren. Grote blijdschap. Na nog een bezoek aan cape Agulhas, het meest zuidelijk puntje van Afrika en een heerlijke braai rijden we de volgende ochtend met onze auto het avontuur tegemoet. Tenminste, dat hopen we. Naar het noorden.

Voor Annemarie is het haar eerste keer Zuid Afrika, voor Klaas de zoveelste keer. Maar Klaas raakt er niet op uitgekeken en vooral niet uitgegeten. Overal leuke, lekkere en betaalbare tentjes. Tenminste, de eerste paar honderd kilometer richting het noorden. Via Stellenbosch met haar wineries rijden we door vruchtbaar gebied met welvarend aandoende stadjes met Afrikaanse namen als Piketberg, Nooitgedacht, Citrusdal. Aan de rand staan de minder welvarende dicht op elkaar gebouwde mandelahuisjes en krotten. Daar wonen vooral de zwarte mensen. Dat er grote tegenstellingen zijn wisten we, een oordeel daarover is snel gegeven maar doet vaak onvoldoende recht aan de complexe situatie in dit land. Natuurlijk hebben we het hierover met Klara en Gerhard gehad. Is het verdrijven van de Afrikaanse boeren en de blanken de oplossing? Nee, en in Zimbabwe zien we de gevolgen. Veel blanken moesten in Zd. Afrika op topfuncties al plaatsmaken. Mandela liet ze zitten omdat hij zag dat samenwerken nodig was, maar latere presidenten zetten de blanken bij de overheid, onder druk van de ANC alsnog af. Met veel mismanagement als gevolg. Welke president gaat inzien dat geleidelijke samenwerking een betere variant is? (Zojuist vernemen we dat Zuma vandaag als president aftreedt) Wat zal de toekomst brengen in dit land met veel complexe situaties?
De stadjes worden steeds sporadischer, het lijkt alsof de tijd er heeft stilgestaan . Campings zijn er voldoende en in de luxe malls van een enkel groter dorp doen we de boodschappen. Het landschap gaat langzaam over in woestijn .

Namibië.
Na het laatste stadje, Springbok, en dan nog bijna 200 km, gaan we de grens met Namibië over. Het is dor, droog en heet. Al snel eindigt de verharde weg. Vooral de verlaten uitgestrektheid valt op. Er zijn dagen bij dat we nauwelijks tegenliggers zien. Wel handig voor het wennen aan links rijden. Onhandig wanneer we de band aan flarden rijden en de krik zo snel niet kunnen vinden. Hebben we die wel in de auto?? Het is midden op de dag, bloedheet, geen schaduw en niemand te zien. Maar dan passeert er zomaar een jong Canadees stel. Een beetje lullig dat hun krik onder alle bagage ligt dus we zeggen dat we het wel zullen redden. Ze zijn nog niet weg of er komt een shovel aan die de weg probeert te egaliseren. De mensen duiken meteen onder de auto. Een win-win situatie . Zij blij met de tip dat achteraf een weeksalaris bleek te zijn en wij blij dat het reservewiel erop ligt. Wel vervelend dat we nu helemaal geen reserveband meer hebben en bij het eerstvolgende benzinestation, enkele honderden kilometers verder kopen we een te kleine reserveband.
Ondertussen blijft het genieten van het grote niets. Eindeloze zandwegen, deels langs de oceaan. Zo nu en dan een nederzettinkje. Namibië is ca 20x groter dan Nederland, is het dunbevolkste land na Mongolië. Het heeft nog geen 3 miljoen inwoners waarvan een kleine 5% blanken. Die spreken vooral Duits en stadjes zoals Walvisbaai en Swakopmund hebben een onmiskenbare Duitse uitstraling. Duits lijkt ook de voertaal tussen de blanken te zijn, zoals het Afrikaans in zuid Afrika. Wel lijkt de scheiding tussen zwart en wit in Namibië minder stringent te zijn als in Zd. Afrika. Zwart en wit loopt en woont meer door elkaar, lijkt het. Het voelt hier ook beter qua veiligheid. We vragen ons af waar dat precies in zou kunnen zitten.
De Sossusvallei is toeristisch, maar de hoge zandduinen zijn dan ook prachtig. We geven het Canadees stel dat we toevallig weer ontmoeten een lift de duinen in, zij durven het niet aan met hun auto, Klaas wel, met de banden bijna plat geen enkel probleem, en samen wandelen we een eind de duinen op de hitte in.

Noord Namibië.
Verder weer dagen door het kale verlaten landschap tot het uiterste noorden van Namibië, tot aan de Angolese grens. Naar Kaokoland. Het land van de Himba’s , verwant aan de Herero (die zijn meer gekleed, nl in victoriaans aandoende jurken met een soort theemuts op het hoofd). Ik had niet verwacht dat er in Namibië nog gebieden zijn waar volgens eeuwenoude tradities geleefd wordt. Had het idee dat de mensen zich alleen voor de toeristen nog traditioneel zouden kleden. Maar niets is minder waar. In afgelegen dorpjes zitten groepjes himbavrouwen met hun baby’s onder grote bomen in de schaduw, Ze hebben zich incl hun haar met rode aarde, kruiden, boomschors en vet ingesmeerd tegen het woestijnklimaat. Vaak slechts een kalfslerenrok als kledingstuk, en het haar kunstig geboetseerd. Zowel mannen, vrouwen als kinderen dragen sieraden rond arm, heup en enkels van oa schelpen.
Kinderen komen zwaaiend uit de bosjes rennen.
Wanneer er een bordje staat dat er 5 km naar rechts een primaryschool is waar bezoekers welkom zijn besluiten we het nog smallere zandpad in te slaan. De 5 km’s duren lang, de weg is slecht en wanneer we de moed bijna opgeven rijden we een dorpje binnen met een schoolgebouwtje. Er werken 7 leerkrachten die voor 4 jaar op deze afgelegen plek gestationeerd worden. Ze vertellen dat de kinderen vaak 10 km moeten lopen om hier te komen, en dat de belangrijkste motivatie om te komen het eten is dat ze er krijgen. We zien vooral jongetjes, de meisjes trouwen al heel jong en gaan dan niet meer naar school. Er is gebrek aan alles, vooral aan water nu de waterpomp uitgevallen is. De leerkrachten vertellen dat de Himba’s in het dorpje in golfplaten ‘regerings’ huisjes wonen en leven van een uitkering van de regering. Omdat ze niets hebben. Er groeit niets. Giften zijn overduidelijk welkom.

Meer groen en meer mensen.
Het kale rotsachtige en verlaten landschap verandert langzaam richting noord-oosten. Het wordt groener en dus ook meer kans dat we wild zien. Etosha, het bekendste wildpark van Namibië laten we links liggen, Botswana is het wildland bij uitstek. Daar gaan we nog heen. Ten noorden van Etosha loopt de zogenaamde cattle fence. Dit is een dwars door Noord-Namibië lopend hek om veeziektes tegen te houden. Zuidfarikaanse boeren hebben dit hek er lang geleden neergezet. Er mag geen vee van het noorden naar het zuiden vervoerd worden. Oa om mond- en klauwzeer niet in het zuiden te krijgen. De gevolgen zijn groot. Geen blanke kolonist wilde zich nog ten noorden van het hek vestigen, itt het midden en zuiden waar zij in het droge landschap enorme boerenbedrijven stichtten. Het noorden werd door hen met rust gelaten, bang voor malaria en andere tropenziektes waar men in die tijd geen raad mee wist.
Er wordt wel gezegd dat de fence voor het vee ook de scheiding is tussen wit en zwart Afrika. De meeste Namibiërs wonen ook in het noorden. Het wordt dan ook druk op straat. Lemen hutjes die in een kraal staan gegroepeerd, de grond netjes aangeveegd. In de berm geiten en koeien en veel straathandel. Vlees hangt in de hitte in stalletjes voor de verkoop.
Weer zit er een engeltje op onze schouder. De auto houdt er abrupt mee op, we kunnen hem nog net uit laten rijden naar een hutje. Tja. Geen beweging meer in te krijgen. Hoezo Toyota ? De man van het hutje belt wat mensen en na een uur wachten, gezellig kletsend, komt er iemand. Blijkt een vuiltje in de brandstof te zitten. Kan zelfs Toyota gebeuren. Opgelucht en weer wat wijzer rijden we weer verder.
De laatste lodge is Namibië is zo mooi dat we besluiten er 2 nachten te blijven. Uitzicht op de rivier en het geloei van nijlpaarden die vlakbij aan het badderen zijn. Ze zien er koddig en aaibaar uit, maar zijn het gevaarlijkste wild met hier de meeste dodelijke slachtoffers. Met hun zware lijf lopen ze harder dan mensen en wanneer ze zich bedreigd voelen heb je geen schijn van kans. Op onze ‘vrije’ dag rijden rijden we naar het dichtstbijzijnde wildpark, rijden onszelf vast in het losse zand, maar zien wel kuddes olifanten, een giraf midden op het pad, heel veel zebra’s . Op advies van Cameron, de eigenaar van de lodge, rijden we niet naar Maun. De weg tussen Maun en Kasane zou te modderig zijn. (Dagen later horen we dat dat reuze meeviel en hebben we enorm spijt zijn advies te hebben opgevolgd; het blijft lastig om adviezen te onderscheiden)
Dan Chobe Nat Park waar we beslist heen willen maar vanaf de noordwest kan benaderen ipv uit het zuiden. Dus door de Caprivistrip. De stuk land van globaal 400x50 km zit als een soort uitsteeksel in het noordoosten aan Namibië. Met veel kaarsrechte grenzen. Duidelijk het gevolg van een verdeling achter een buro. En dat blijkt ook. In 1890 onderhandelden de engelsen en de Duitsers over herverdeling van hun koloniale bezittingen. Duitsland wilde dat ‘hun’ Namibië tot aan de Zambezi zou reiken. En met deze strip (genoemd naar Von Caprivi, een toenmalige bondskanselier) was een spoorlijn naar het oosten ook eenvoudiger aan te leggen. De spoorlijn is er nooit gekomen want tgv de eerste Wereldoorlog stond Duitsland al haar koloniën af.
Voldaan verlaten we Namibië. Wat een mooi land. En wat een aardige mensen.

Botswana.
De grensovergang naar Botswana is een eitje. Wat een verschil met midden/Zuid-Amerika met haar hectiek en uren durende administratie .
De eerste indruk van de wat afstandelijke botswanezen in vergelijking met de Namibiërs wordt de dagen erop bevestigd. Een andere sfeer. We gaan weer zorgvuldig op onze spullen passen, sluiten de deur terwijl we rijden. Er wordt meer gebedeld. Tegelijkertijd eten we voor het eerst niet alleen maar met blanken in de restaurants. Veel zwarte mensen die het duidelijk goed hebben. Wanneer we het chobewildpark inrijden komen we tientallen open busjes met blanken tegen die met een gids het park in gaan. Eenmaal in het park komen we ze niet meer tegen. Misschien omdat Klaas zich niet kon bedwingen en de allerkleinste paadjes nam die verboden toegang bleken te zijn. We rijden zoveel mogelijk langs het water, zien nijlpaarden, krokodillen, prachtige vogels, enorm veel hertjes, giraffen en heel veel enorme olifantendrollen maar geen olifant deze keer. Wel een skelet.
s’Avonds horen we van een Zimbabwaan dat op de weg langs de lodge waar we slapen die nacht een paar leeuwen achter buffels aanzaten. Ook liepen er olifanten langs het hek van de camping. We zien echter niets.
Omdat de auto door de slechte wegen de afgelopen duizenden kilometers een behoorlijke klap heeft gekregen besteden we een dag aan het oplappen en vastzetten van het een en ander. Ken, een blanke uit Zimbabwe die zich, zoals meer blanken, hier heeft gevestigd doet het laswerk. Telkens zijn de verhalen hetzelfde. Men had een florerende boerderij in Zimbabwe, moest er weg, de grond werd verdeeld, en van het bedrijf is weinig tot niets over. Hij mist oa de vriendelijkheid van de zimbabwanen. Botswana is een uitzondering volgens hem, arrogante en koele mensen. Waarom? Men heeft hier de minste tegenslagen gehad en economisch gaat het voor de wind. In de zeventiger jaren vond men diamant en dat maakte Botswana een poos tot het meest welvarende land van het continent. Kennelijk wordt men daar niet aardiger van volgens onze garageman.

  • 24 Februari 2018 - 14:50

    Frans Van Gilse:

    Dag Klaas en Annemarie

    Wat een leuk verhaal, ik benijd jullie in de positieve zin van het woord.

    Groet vanuit een koud wordend NL

  • 18 Juli 2019 - 12:47

    Dinie:

    Boeiend en informatief geschreven.
    Mooie verhalen : hoe er in zo'n leeg land toch een shovel langs komt. Prachtig

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

klaas

Actief sinds 05 Okt. 2006
Verslag gelezen: 698
Totaal aantal bezoekers 217212

Voorgaande reizen:

17 Augustus 2019 - 15 December 2019

Zijderoute

01 Augustus 2013 - 31 Maart 2015

Panamerican

01 Februari 2007 - 15 December 2007

Van Ardennen naar Kaapstad

Landen bezocht: