India uit en Pakistan (vooral Balochistan) weer in
Door: Annemarie en Klaas
Blijf op de hoogte en volg klaas
30 November 2019 | Pakistan, Quetta
Maar eerst aan de gang met plan A. Naar Delhi voor het Pakistaans visum en door een visumbureau in Breda de voorbereidende werkzaamheden voor Iran laten doen zodat we dat in Lahore het visum af kunnen handelen.
Op weg!
Op 17 november begint de terugweg. De tropische wouden afgewisseld door theeplantages blijven ook westwaarts boeien. Na een paar dagen verlaten we Assam en Sikkim en rijden we door een smalle strook tussen Bhutan, Nepal en Bangladesh. Het is druk. De armoede groeit zienderogen, we kruisen Bihar, een van de armste streken van India. De 4-baans autobaan snijdt door de dorpjes met lemen en rieten hutten. Over de vangrail hangt de was te drogen, koeiestront ligt in ronde plakken op de berm te drogen. Ossenkarren, fietsrikshas, veel voetgangers met een zware last op het hoofd en vooral heel veel brommertjes op de weg. Aan het eind van elke middag worden de vuurtjes opgestookt en hangt er een waas van rook die de ogen en keel prikkelen en het zicht ontneemt. Daarna wordt het snel donker en is het zaak een goeie slaapplek te vinden. Tussen alle armoe doemen regelmatig kleurrijk verlichte ‘trouwpaleizen’ op. Het zijn een soort gigatenten met een zaal, tuin, hotel en bewaakte parkeerplaats. We ontmoeten er alleraardigste mensen. Een paar keer worden we ‘s morgens wakker gemaakt met een kop thee, Klaas krijgt een hoestdrankje, douches worden ons aangeboden,etc, etc. De verjaardag van Klaas vieren we in een dergelijke tent en terwijl we er aan het eten zijn klinkt plotseling happy birthday én een Nederlandstalig liedje. Puur toeval.
Volgens planning arriveren we na vier dagen en vele kilometers verder donderdagavond in Delhi. Dat is ook de planning. We willen voor het weekend bij het Pakistaans consulaat zijn zodat de procedure in gang gezet kan worden. Klaas heeft per telefoon en mail al contact met hen gehad. Geluk dat we zo laat in het donker tot Delhi door kunnen rijden omdat de laatste paar honderd km over een ‘expres highway’ gaan. Het is de eerste keer van alle duizenden km’s door India dat we ontspannen kunnen rijden. Geen spookrijders, geen koeien op de weg, geen voertuigen die zonder te kijken de weg opdraaien.
Op een soort compound vinden we een hotel waar we kunnen parkeren en in de auto mogen slapen. Heerlijk rustig. De eigenaar komt met de sleutel van een kamer en zegt dat we zijn gast zijn. De kamer, het diner en het ontbijt zijn een gift aan ons. Uit respect voor oude mensen. Dat laatste is nou weer jammer.
Na een heerlijke warme douche op naar het Pakistaans consulaat, dat superbeveiligd blijkt. India en Pakistan zijn in oorlog. Op onze auto zit een sticker uit Islamabad. Regelmatig vroegen Indiërs ons of we echt in Pakistan waren geweest. Hoe het daar was. Indiërs gaan er niet heen, maar Pakistan weigert ze niet, Pakistanen worden niet in India toegelaten. Na enkele uren van kastje naar de muur te zijn gestuurd wordt ons gezegd maandag terug te komen. Daarna naar de Nederlandse ambassade of zij iets kunnen betekenen voor ons visum voor Pakistan. Nee, dat kunnen ze niet, Pakistan is nl geen veilig land, ze willen er niet aan meewerken dat daar Nederlanders heengaan. Maar we zijn vooral blij met hun andere tip, dat er om de hoek een goed privat hospital is. Klaas heeft ruim 10 dagen koorts. Meteen bij binnenkomst worden we naar de emergency gebracht waar Klaas wordt onderzocht. Foto, bloed, etc. Geen longontsteking. Wat wel? De slechte lucht misschien? Daarna 2 dagen verplichte rust en elke dag 2x een inhaler op de emergency. Niet verkeerd na alle kilometers. Zaterdag en zondag relaxen op een mooie terras en in een luxe mall. En 3x overnachten op de parkeerplaats voor het ziekenhuis.
Maandagmorgen in alle vroegte naar het consulaat. Spannend. Maar na een paar uur wachten staat het begeerde visum in ons paspoort. Wegwezen, Delhi uit naar Pakistan, Lahore. Over de enige grensovergang tussen India en Pakistan, de Wagah border. Bekend om haar nationalistische festiviteiten aan het eind van iedere dag, zowel aan de Indiase als Pakistaanse kant. Ook krijgen we maandag de brief van de Visumdienst waarmee we in Lahore ons visum voor Iran kunnen afhalen. Tot zover zit het redelijk mee, maar de Visumdienst geeft aan dat de ambassade er tussen de 1 en 7 dagen over doet om de visums af te geven. Als het 7 dagen wordt is onze planning waardeloos geworden. Duimen dus.
Met gemengde gevoelens nemen we afscheid van India. Het blijft een vreemd land. We hebben er de meest vriendelijke mensen ontmoet, maar zullen nooit wennen aan het opdringerig gestaar en het verkeer waar ieder zich met ware doodsverachting ingooit.
Al vroeg schuiven we woensdagmorgen op de Iraanse ambassade aan in de rij, terwijl op een groot scherm koranverzen worden voorgelezen. Uit alle aanwezigen krijgt een Iranier die er uitziet als Aytollah nummertje 1 en wij no 2. Dat voelt vreemd maar het past ons uitstekend. En yes, na enkele uren gaan we met het begeerde papiertje naar buiten. Op naar de Iraanse grens!
Halverwege de ruim 900 km lange weg naar Queta, de Pakistaanse stad van waaruit we naar de grens willen, blijkt dat de rechtstreekse weg naar Queta voor toeristen afgesloten is. Te gevaarlijk. Een omweg van 300 km is niet te vermijden. Gelukkig is de weg uitstekend (door China aangelegd, richting havenstad Karachi) en we rijden zo lang door dat we de volgende dag nog maar 300 km hoeven te rijden (nog nooit legden we op deze reis op 1 dag ca 900 km af) want ook in Queta zitten we met een deadline. Om naar de grens te kunnen is nl een permit nodig. Het permitbureau sluit om 16.00 uur, en we zijn bang dat het bureau op vrijdag dicht is.
Na een korte nacht bij een benzinestation alweer vroeg op pad om op tijd in Queta te zijn. Omdat we gisteren honderden kilometers in het donker reden zien we nu pas goed het verschil in landschap en sfeer. Van tropisch naar woestijn en kale heuvels. Geen vrouwen te zien. Veel lemen en rieten hutten. Wat een verschil met Lahore. Maar wat een prachtige natuur.
Na 50 km de eerste politiecheck. Het is duidelijk dat ze ons verwachten, waarschijnlijk reden we daarvoor ergens door waar we eigenlijk hadden moeten stoppen. Tot nu konden we bijna altijd zwaaiend doorrijden. Zonder escorte mogen we niet verder naar Queta. Een jeep met gewapende politiemannen komt. Wij erachter aan. Er wordt vaak van escorte gewisseld. Elk departementen stuurt zijn eigen politie mee. Aanvankelijk gaat het als een speer, nieuwe jeeps staan klaar en tegen half 3 zijn we voor Queta. We gaan het halen! Maar dan stokt het. Om de paar kilometer moeten we op een nieuwe jeep wachten en niet wij, maar zij bepalen waar we heengaan. Niet naar het permit bureau maar naar het politiebureau . Daar kunnen we in onze auto overnachten om de volgende dag de permit op te gaan halen. En nee, we mogen niet van het terrein af. Te gevaarlijk. Ook geen boodschappen op de markt. Volgens een politieambtenaar zit het gevaar niet bij de talibanstrijders maar bij Amerika. De geheime dienst pleegt aanslagen. We horen allerlei vage verhalen aan over waarom het hier onveilig zou zijn: arme bevolking die soms steelt, Afghanen die grens overkomen, Pakistaanse terroristen, China dat Pakistaanse regering dwingt om de provincie Balochistan superveilg te maken vanwege de vele investeringen die China hier doet. Maar bij de politie is het veilig. Het wordt een koude (vries)nacht. De volgende morgen om 8 uur zitten we op het politiebureau klaar om de permit te gaan halen. Weinig beweging. Na ruim 2uur met een Australiër achter in een open jeep naar het permitbureau. Binnen een uur moet het lukken lazen we, en dan op weg naar de grens. Dat gaat met de escorte 2 dagen duren. Zonder zouden we het in 1 dag doen.
Helaas. We zijn bijna zover dat we onze mening over Pakistan met haar aardige bewoners gaan bijstellen? Na weer uren in gore kantoren te hebben doorgebracht terwijl een vijftal mensen druk in de weer is met typen, thee en in dossiers rommelen, wordt duidelijk gemaakt dat vandaag vertrekken niet meer lukt. Er zijn meetings, wegen zijn afgezet vanwege hoog bezoek, controleposten op de route moeten zich voorbereiden, etc.
Ondertussen zijn er een Russische motorrijder en een backpacker uit Uruguay bijgekomen die net uit Iran komen. We hangen, we kletsen, we lunchen samen en we wachten vooral. Ondertussen worden we veel wijzer over Iran. Goeie wegen is voor ons het belangrijkste wat we oppikken. In het noorden misschien wel sneeuw.
En dan eindelijk komen de formulieren binnen! Morgen kunnen we weg! Weliswaar weer met escorte, maar dat is ‘voor onze veiligheid’. Voor wie we nu precies bang moeten zijn, dat weten we nog steeds niet. We zien nu, gek genoeg, al uit naar Iran, waar we weer vrij zijn en dus ons eigen tempo kunnen bepalen.
Later op de avond wordt er weer aan de deur geklopt, we hadden het al verwacht. De geoloog die vanochtend aanklopte en ontbijt wilde aanbieden staat weer voor de deur, nu biedt hij aan avondeten voor ons in de stad te gaan halen. We durven dit niet weer te weigeren en ruim een uur later komt hij terug met de lekkerste dingen. Stiekem hoopten we dat hij ons mee zou nemen naar zijn huis dat hier op het politiecomplex staat, na het eten een warme douche droomden we. Helaas, dus we bieden hem ons vouwstoeltje aan. We kletsen volop over zijn leven hier (zonder zijn vrouw en kinderen) en zijn leven thuis met alle familie incl 5 getrouwde broers. Als hij een heftig betoog met bijbehorende gebaren over Allah houdt, zijn vrouw deed een 16-jarig onderzoek naar de Koran, scheurt het stoeltje en ploft hij op de grond. Hij denk dat het zijn lot is
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley