Ecuador uit, Peru in - Reisverslag uit Lima, Peru van klaas panhuis - WaarBenJij.nu Ecuador uit, Peru in - Reisverslag uit Lima, Peru van klaas panhuis - WaarBenJij.nu

Ecuador uit, Peru in

Door: soms d'een en dan weer d'ander

Blijf op de hoogte en volg klaas

24 September 2016 | Peru, Lima

Na een prima vlucht landen we op 2800 mtr hoogte in Quito. Het is fris, bewolkt en druilerig. En het oogt vertrouwd, alsof we hier gisteren vertrokken. Daniël, de baas van de parking bij het vliegveld waar onze auto het afgelopen half jaar stond, wacht ons op. Leek ook gisteren dat we hem zagen. Hij benadrukt nog een keer dat de aardbeving hen niet getroffen heeft en laat ons bij aankomst trots het huis zien dat hij voor z'n gezin aan het bouwen is. Eind opgeschoten na ons vertrek. Een paleisje incl pilaren dat duidelijk maakt dat het hem goed vergaat itt heel veel landgenoten. Wij zijn natuurlijk vooral benieuwd naar de auto, maar tot onze opluchting ziet die er itt de vorige keer in Costa Rica heel goed uit. En, niet onbelangrijk, hij start meteen. Zoals altijd overigens. Een zorg minder. Het is hier 7 uur vroeger dan in NL dus we hebben een lekkere lange dag om vast het eea op orde te brengen.

De volgende morgen gaan we eerst naar de douane, want na alle gedoe vorige keer ontging het ons dat het cruciale formulier niet door hen was ondertekend. Dat ontdekte ik in mei thuis pas. Hoewel men toen per mail direct een ondertekend exemplaar zond vinden we het toch veiliger nu een originele handtekening af te halen. Die krijgen we direct, vooral ook omdat men zich (alle gedoe met) ons nog herinnert. Daarna gaan we eten inslaan en een broodbakmachine zoeken. Helaas lukt dat laatste niet. Broodbakmachines zijn hier niet echt een eerste levensbehoefte. Daarna on the road naar het zuiden, richting Latacunga, de bergen in om te gaan genieten van Laguna Quilotoa, een kratermeer op bijna 4000 mtr hoogte. De weg erheen is prachtig, vergezichten, veel authentiek geklede Ecuadorianen, de vrouwen dragen lange rokken, een hoed op en bagage/kind op de rug. In San Tigua vinden we op een zandweg waar lama's grazen een hostel waar we de auto neer kunnen zetten. Prachtig gelegen met weids uitzicht. Dat het op 3700 mtr ligt voelen we wanneer we de auto uitstappen. Koud. Een traditioneel gekleed meisje runt de boel. We kunnen 's-avonds aanschuiven in de koude maar smaakvol ingerichte boerderij en we hebben een 3 gangen menu samen met een jong Duits stel, een Fransman en een Cubaan. Met z'n zessen hebben we veel van de wereld gezien en ervaringen worden uitgewisseld. Gezellig. De hoofdpijn die ik al de hele dag voelde wordt in de nacht erger en uiteindelijk komt, aangestaard door moe en dochter lama in het donker en de kou alles eruit wat er die avond ingegaan is. Is dit nu hoogteziekte?
De enige remedie daartegen is, zo snel mogelijk naar beneden gaan. En dat doen we dan ook meteen de volgende ochtend bij het krieken van de dag. Jammer, jammer, daardoor missen we een traditionele markt in een dorpje vlakbij en het kratermeer. Verder naar het zuiden is het minder hoog , naar Riobamba op ongeveer 1200 mtr. De temperatuur is een stuk aangenamer . Onze auto zetten we in de tuin bij een hostel en we wandelen het centrum in. Alle straten zijn, zoals in heel veel stadjes in Zd Amerika, recht dus de weg is er zelfs voor mij makkelijk te vinden. Ook hier veel traditioneel geklede vrouwen die hun waar op de stoep verkopen. Andere toeristen zien we niet en we kunnen ons al niet meer voorstellen dat we pas eergisteren vertrokken uit Nederland. In de tuin van het hostel is een keukentje en Klaas maakt een lekkere maaltijd (vis dus) die we zelfs buiten op kunnen eten. Daarna koelt het snel af. 's-Nachts blijkt dat we naast een disco staan. En keiharde schoten om de 10 minuten moeten de duiven verjagen die idd een ware plaag zijn in dit stadje. Kortom, een beetje onrustige nacht.

Zondag een mooie tocht door schitterende kloven naar Cuenca. Vaak op 4 baans wegen ( met dank aan de Chinezen)) met mooie tafereeltjes onderweg. De moderne wereld schurkt soms wel erg dicht tegen het traditionele leven aan. In Cuenca komen we op een echte camping die geliefd is bij overlanders. Naast ons een Duits stel met een 5 jarig jongetje. Zij reizen 10 maanden door Zd Amerika. Het is fris en nat en we eten in onze verwarmde auto. Annemarie's favoriete pasta, gelukkig hadden we nog wat vis over van gisteren.

Ondertussen is het maandag. Tijd om Cuenca in te gaan. Een prachtige koloniale stad. Door de regen die ondertussen aardig plenst wordt het een korter bezoekje dan gepland. We missen oa het museum waar de Panama hoeden gemaakt worden en die van origine uit Ecuador blijken te komen. Maar zien wel de oude en nieuwe kathedraal en verschillende markten. Dus onze culturele honger wordt toch wel een beetje gestild :-). Ook onze materialistische honger want ........we vinden een broodbakmachine, maar kopen 'm niet. Te duur en te groot. Er volgt s'middags een prachtige tocht verder naar het zuiden, richting Loja. Het is maar 200 km maar door de kronkelige wegen ligt het gemiddelde per uur nog onder 40 km. We lezen dat er een door Zwitsers beheerde camping 20 km na Loja in Vilcabamba is, en het laatste stuk rijden we in het donker. Dat is goed uitkijken, vooral vanwege de mensen die in het pikkedonker op de weg lopen en nauwelijks te zien zijn. Maar ook door de stenen die naar beneden zijn gevallen en vaak de weg versperren. Gevaarlijk en ook jammer van het mooie landschap dat we missen. Voor de zoveelste keer nemen we ons voor niet meer in het donker te rijden. Na enig gezoek melden we ons bij een hotel vlakbij de camping. We hebben geluk, de jongen die de camping beheert zit er een pilsje te drinken en opent voor ons een grote poort een eindje verder. Langs een smal stijl weggetje komen we op een veldje met prima accommodatie. Zwitserse degelijkheid hier. Ook eco, onze uitwerpselen moeten we afdekken met zaagsel, als stankafsluiter. Werkt prima. De rust, alle lichtjes in het dal beneden, het aangename weer en de fraaie keuken die ons ter beschikking staat maken de al late avond tot een mooie. De steeds terugkerende kat die het op onze vis heeft voorzien is de enig storende factor.

Peru.
De volgende ochtend zien we pas echt hoe mooi het dal is. Het plaatsje Vilcabamba ligt er, een wat freakerig stadje, het laatste voor Peru. Maar we zijn gek op freakstadjes, geen bonen en kip daar maar terrasjes waar appeltaart en organische juice te krijgen is. Vooral voor Klaas een must :-). Wanneer we verder zuidwaarts richting grens Peru rijden komen we zo nu en dan nog een groepje huizen tegen met de lappen vlees als wasgoed voor het huis gehangen. Niet uitnodigend en we hebben de hele dag spijt gehad dat we ons niet op de appeltaart geworpen hadden
's-morgens, want er kwam geen volgend soortgelijk stadje meer. Wel een prachtig Andes landschap; hoge bergen, steile hellingen die toch vaak voor landbouw ontgonnen zijn. Diepe dalen met snelstromende rivieren. Nevelsluiers hangen tussen de bergen. En die kleurrijk geklede mensen. Annemarie rijdt ook vandaag veel en ik laat de Andes mijn hart stelen. De laatste 100 km voor de grens zijn zandweg maar gelukkig vinden we toch een tankstation waar we tanken voor we Peru bereiken want 1 dollar voor een gallon (ruim 4 ltr) diesel zullen we in Peru niet meemaken. We kunnen ons niet voorstellen dat er een heuse grens gaat komen in dit dunbevolkte gebied zonder een verharde weg. Maar jawel, na een politiepost waarvan we eerst denken dat dat de grens is bereiken we de echte grens en aan de zijde van Ecuador gaat alles vrij eenvoudig. Geen mannetjes die willen helpen. Dat is ook fijn. Wel belt de douaneambtenaar nog even met Quito, ik vraag maar niet waarom. Aan Peruaanse zijde kost het iets meer tijd, maar we zijn veel beroerder gewend. Al na anderhalve uur rijden we Peru in. Vreemd dat er nergens een bank is om te wisselen, of handelaartjes. Een verzekering kunnen we pas 100 km verder kopen zegt men. En opvallend dat er vanaf de grens in Peru meteen veel tuctuc's rijden. Waarom zijn die in Peru zo gangbaar en in Ecuador totaal niet. Dat kan toch niet alleen door een slagboom komen. Ook is alles wat simpeler. Onze 'netheidindex' is de rommel in de berm. In Ecuador nauwelijks, in Peru veel afval. Varkens proberen er nog wat weg te halen. Door de site iOverlander (dagelijks een uitkomst) weten we dat in het eerst volgend stadje San Ignacius een hotel is waar je met de auto in de tuin mag parkeren. Voor €5 en dan krijg je ook nog een sleutel van een hotelkamer om de badkamer te kunnen gebruiken. Perfekto. Klaas verheugt zich erop om 's-avonds lekker uit te gaan eten en te gaan genieten van de befaamde Peruaanse keuken, maar is ernstig teleurgesteld wanneer het kip met rijst is wat er ons voorgezet wordt. Geen probleem, Klaas heeft een grote maag, dus naar een ander restaurant voor een nieuwe poging. Beter maar niet geweldig. We zien geen enkele andere westerse toerist in dit stadje.

De volgende ochtend gaan we op zoek naar een autoverzekering en een Peruaanse simkaart voor de gsm. Na veel vragen, zoeken, gesloten deuren, etc blijkt dat we toch naar een grotere stad moeten. Da's weer 100 km verder. Zonder verzekering, maar we zijn hier vast niet de enige. Dat lukt in Jaen. We zien er ook een Toyota garage, maar dat blijkt alleen de showroom. Een mannetje op motor rijdt ons voor naar de werkplaats. Hier verwisselt men het brandstoffilter en worden de snaren van de aircopomp aangespannen. De nieuwe ruitenwisser krijgen ze er niet op (was mij ook al niet gelukt). Ongevraagd reinigen ze ook nog het luchtfilter en vervolgens berekent men ons niets. En dat terwijl ze toch al niets aan de onderdelen verdienden omdat we alles zelf bij ons hebben. De tip voor een biertje is uiteindelijk misschien toch hoger dan het reguliere tarief, veuruut maar.
We stoppen vandaag op tijd, dat wil zeggen een uur of half 5, wat vermoeid, ook omdat het wat lager is hier en dan stijgt de temp onmiddellijk richting 30 graden. Alweer in de tuin van een hotel, deze keer zelfs met een royaal zwembad, kunnen we kamperen. Vandaag € 7,50 ,voor onze begrippen niet duur, maar een hotelkamer blijkt het zelfde te kosten. Voor het eerst deze vakantie is het 's-nachts warm en klam.

Donderdagochtend rijden we een fantastisch mooie route naar Kuelap. Dit is een Inca nederzetting vergelijkbaar met Machu Picchu, alleen eeuwen ouder. Misschien iets minder fraai, dat weten we pas als we beide gezien hebben, maar zeker minder bezocht. We, dwz vooral de Toyota, klimmen langs een prachtige weg omhoog en worden soms verrast door een hardrijdend busje met touristen dat de haarspeldbocht omscheurt. Lastig omdat de zandweg maar breed genoeg is voor een auto. Gelukkig rijden we veelal niet aan de dalzijde. Morgen op de terugweg uitkijken dus. Net voor het donker bereiken we de top, tevens ingang van Kuelap. Ruim 3000 mtr . Op een modderig stuk kunnen we de auto neerzetten. Bij een vrouw die bezig is een hostel incl soort camping te maken, maar waar nog niets werkt. Gelukkig hebben we geen stroom en water nodig, douchen wordt moeilijk. Zelfs Klaas vindt het hier te koud om dat buiten onder de eigen koude douche die we bij ons hebben te doen.

Om 6 uur staan we al naast ons bed. Het wordt een lange dag. We moeten vandaag Cajamarca bereiken ivm een geboekte binnenlandse vlucht. Een rit van ongeveer 10 uur. Voor we vertrekken willen we zoveel mogelijk van Kuelap te zien, een van de highlights van Peru. Nog erg onbekend bij toeristen.
Kuelap is veel ouder dan Machu-Picchu: Kuelap is van 300 voor Chr , Machi Picchu is een Inkaruine van 1400-1500 na Christus. Kuelap had 50.000 inwoners voor vooral de politieke elite en was minder een woon¬stad maar meer een militaire versterking. Ze is gebouwd op een brede bergtop die als een natuurlij¬ke Acropolis in het landschap ligt. Aan de oostzijde lopen peilloos hoge steile bergwanden en aan de westzijde liggen iets glooiender gedeelten. Twaalf meter onder de top is de berg geheel omwald met muren van gemiddeld 12 meter hoog. Overblijfselen van talloze huizen zijn nog duidelijk te zien.
Alle stenen vestingwerken zijn nog in redelijke staat. De muren zijn goed van bomengroei vrijgehouden en goed zichtbaar. Op enkele stenen huizen zijn nog stenen muurversieringen te zien. De oppervlakte van de stad is globaal 500 bij 200 meter. Volgens schattingen hebben 200 mensen 100 jaar kontinu aan de bouw van de stad gewerkt, als je de hoe¬veelheid verplaatste stenen omrekent naar mandagen. Onbegrijpelijk is dat de steensoort waar de muren van gemaakt zijn daar ter plaatste niet voorkomt. Deze komt van een andere berg, tamelijk ver weg. Deze stenen zijn allemaal in steenklompen van zo 50 bij 20 bij 20 cm gekapt en regelmatig gestapeld. Ze zijn zo knap gestapeld dat het de 2000 jaar heeft kunnen doorstaan.
Er zijn skeletten van de Chacha's, de oorspronkelijke bewoners, opgegraven. Deze waren opmerkelijk lang, velen waren 210 cm.
Machu Picchu wordt jaarlijks door ongeveer 1 miljoen mensen bezocht, Kuelap door 30.000. Tijdens de paar uur dat we er rondliepen zagen we één westers stel. Overigens wordt er nu een cabinelift aangelegd vanuit het goed bereikbare dal naar Kuelap, dus de toeristen zullen binnenkort massaal gaan toestromen.
Om 11 uur beginnen we aan onze tocht naar Cajamarca, 331 km.
Het wordt een prachtige maar ook beetje enge tocht. Hele smalle weggetjes tussen de 2000 en 4000 mtr met erg steile, soms afbrokkelende afgronden zonder markering en/of vangrail. Centimeterwerk bij het inhalen. Rond half 5 komen we in een van de weinige dorpjes onderweg. Er is een brug die wegens werkzaamheden pas weer om 18 uur opengaat. Verplicht wachten dus terwijl we nog niet op de helft zijn. We maken van de nood een deugd en bakken een eitje. Hebben we tenminste wat gegeten. In kolonne gaat het om 18 uur de bergen in . Geeft wel een veilig gevoel. De lichten van de auto voor ons geven op tijd de bochten aan en, nog belangrijker, zij vangen de eerste klap bij evt tegenliggers op. Zo rijden we uren door, met een gemiddelde van 30 km per uur. Het wordt steeds stiller en de bergen hoger. Op een gegeven moment tegen de 4000 meter. Het is totaal verlaten. Uiteindelijk bereiken we tegen half 11 Cajamarca. En heeft Klaas 12 uur achter elkaar gereden. Ik vond het te eng om te rijden. Het is vrijdagavond, uitgaans avond, en van de totale verlatenheid komen we in een gezellige drukte terecht. We zoeken een tijdje naar een hotel met garage, lopen telkens vast vanwege eenrichtingsverkeer en doodlopende straten, maar na ruim een uur vinden we een hostel waar de auto veilig geparkeerd kan worden. Beiden erg moe maar een ervaring rijker. En respect voor Klaas die schijnbaar moeiteloos dit staaltje uithoudingsvermogen en stuurkunst heeft getoond.


  • 28 September 2016 - 11:42

    Leo:

    Ha Annemarie en Klaas! Wat een prachtige tocht hebben jullie gemaakt en zo beeldend beschreven, Annemarie.
    Ik krijg er ook zijn in! Voorzichtig rijden lijkt me wel aardig.
    Goede reis en veel plezier!
    Leo

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

klaas

Actief sinds 05 Okt. 2006
Verslag gelezen: 263
Totaal aantal bezoekers 217232

Voorgaande reizen:

17 Augustus 2019 - 15 December 2019

Zijderoute

01 Augustus 2013 - 31 Maart 2015

Panamerican

01 Februari 2007 - 15 December 2007

Van Ardennen naar Kaapstad

Landen bezocht: